1. Grootmeester (voorheen Hokkampioenschap).
   Grootmeester wordt berekend als het totaal behaalde punten gedeeld door het aantal gezette duiven met een minimum van 8 op V,M,J en N vluchten en een minimum van 4 op E en A vluchten.
2. Onaangewezen 1:10 verfijnd.
   De puntentelling geschiedt per tiental een deler van 1 (één) op het aantal behaalde punten ofwel een tiende gedeelte van het aantal duiven dat meer als tien wordt ingemand.
3. Aangewezen.
   Voor aangewezen geldt dat 2 van de bovenste 3 tellen gedeeld door 2. Dit is gewijzigd was 1 van de bovenste 2 gedeeld door 2.
4. Duifkampioenschap.

Voor duifkampioenen tellen alle vluchten van een categorie. Uitgezonderd Marathon duifkampioen hier voor tellen de drie beste resultaten op de A vluchten.

Als er vluchten vervallen dan zijn er minder of geen aftrekvluchten. Het minimale aantal vluchten dat telt voor de categorieën is voor de Vitesse 6, Midfond 5, Dagfond 4, Marathon 5, Jonge duiven 7 en natour 4.

Het generaal kampioenschap onaan- en aangewezen kent 2 aftrekvluchten.

Voor grootmeester-, onaangewezen-, aangewezen- en duifkampioenen op alle onderdelen zijn er 10 kampioenschappen. Uitgezonderd Marathon hier 5 kampioenschappen.

Vogelgriep:
Een vogelgriepregeling deze kent de afdeling 10 niet. Indien liefhebber(s) getroffen wordt door een maatregel (vervoersverbod) ten gevolge van een uitbraak van vogelgriep is de duur hiervan minimaal 30 dagen. Om voor deze duur of aftrekvluchten of gemiddelde punten toe te kennen acht het bestuur niet doelmatig. Al helemaal niet als hetzelfde gebied of een deel hiervan voor de 2e maal getroffen wordt. Waar gewenst en zich geen andere mogelijkheden voordoen wil het bestuur een inspanning leveren om met name voor de jonge duiven leervluchten in te plannen dit wel mits mogelijk.